Doorgaan tot niemand meer op straat slaapt

PORTRET 25 – 13 NOVEMBER 2016 – DE STRATEN VAN PARIJS

Stress! Het team van Paris Refugee Ground Support zoekt al uren naar een minderjarige Afghaanse jongen. Ze troffen hem gisteravond verward en alleen aan. “Hij lag op de grond naast een dakloze te rillen. Doordat er geen tentenkampen meer zijn, raken mensen nu echt totaal de weg kwijt. Ze hebben geen bescherming meer van elkaar.” Het is koud, maar het raam staat wagenwijd open. De spanning is voelbaar in de witte bus waarin twee vrouwen en een man iedere nacht rondrijden. Overal waar een mogelijke vluchteling wordt gespot, stoppen ze. Maar waar ze ook zoeken, de jonge Afghaan vinden ze niet. Hopelijk heeft hij hulp gekregen, maar hij kan ook in handen zijn gevallen van een mensensmokkelaar…

Tientallen andere vluchtelingen helpen ze aan droge spullen. Twee vrouwen en een man in een oude witte bus. Hun laadruim vol met slaapzakken, matjes, isolatiedekens, schoenen en hygiëne-pakketten, die bestaan uit boxershorts, babydoekjes, een muts, handschoenen, sokken, een tandenborstel, deodorant en chocola. Dit alles proberen ze aan de zwervende vluchtelingen te overhandigen zonder dat de politie het ziet.

portret-25-parijs-vluchtelingen-in-europa

De Engelse chauffeur is inmiddels een doorgewinterde straathulpverlener. Ze hielp in Duinkerke, Athene en Calais. Sinds september is ze in Parijs. Afwisselend gesteund door verschillende vrijwilligers uit het netwerk. Eerst voorzagen ze nieuwkomers van tenten in het dagelijks uitdijende straat-tentenkamp. “De methodes uit andere kampen werkten hier niet, zoals opstellen in een rij. Dat was onmogelijk. Onze bus werd ingenomen door tientallen vluchtelingen en was zo leeg. Spullen eerlijk verdelen mislukte en er was een levendige zwarte handel in tenten en slaapzakken.” Daarom besloten ze om ‘s nachts te gaan uitdelen. “Als iedereen sliep, kon je de hulpbehoevenden onderscheiden. Die lagen zonder tent. We moesten ze dan wakker maken. Dat was zo bijzonder: een eerste reactie van woede en angst sloeg om in grote dankbaarheid als duidelijk werd dat we een tent brachten.”

“Na de evacuatie en met de opening van het nieuwe vluchtelingencentrum dachten we dat we hier klaar waren. Maar al gauw ontdekten we dat er nog steeds vluchtelingen over straat zwerven. Dus zijn we weer de straat opgegaan. De politie houdt ons in de gaten, tenten delen we amper meer uit want die worden direct ingenomen en afgebroken. Dekens en kleding om mensen warm te houden wel. We weten ook niet precies waar iedereen is dus we rijden lukraak rond in de hoop iedereen van warmte te voorzien.”

“Sinds begin dit jaar zijn de vluchtelingen mijn leven. Half januari ging ik een weekend helpen in Duinkerke. Na een halve dag dacht ik: hier ben ik nodig en moet ik blijven. Ik ben drie maanden gebleven.” Toen dat modderige tentenkamp werd opgeheven en de mensen waren overgeheveld naar een warmer kamp, ging ze terug naar Engeland. “Ik heb me uit de naad gewerkt, zodat ik deze bus kon kopen en ben naar Griekenland vertrokken. Inmiddels ben ik 6 maanden onderweg. Ik hielp lang in een kamp in Athene, maar daar werd het te gevaarlijk vanwege de smokkelmaffia. We waren onderweg naar Italië toen een vriend belde om te zeggen dat we nodig waren in Parijs.”

“Ik hou van de plek waar ik vandaan kom en werkte in de palliatieve zorg. Ik hou ook veel van mijn familie en vrienden, maar het is net als de Matrix. Nu ik het weet, kan ik niet meer terug naar het niet weten. Het werkt ook verslavend. Ik ga door tot er niemand meer op de straat slaapt.”

Lees ook:
Portret 6 – Parijs – April 2016: ‘Ik droom alleen over vrede’
Portret 7 – Parijs – April 2016: ‘Zeg je het als ik stink?’
Portret 8 – Parijs – April 2016: Op de vlucht voor slavernij

Advertentie